Sunday, January 10, 2016

Top-10 boeken 2015

Iets meer dan veertig boeken heb ik gelezen in 2015, en het leek een literair arm jaar te worden tot ik de twee Hongaarse schrijvers ter hand nam, László Krasznahorkai en Péter Nádas, die beiden literaire hoogstandjes schreven en die zowel stilistisch als vormelijk innovatief en verbluffend zijn. De ontgoochelingen waren te vinden bij enkele van de 'gekende' schrijvers, Mario Vargas Llosa, Haruki Murakami, Michel Houellebecq, Will Self, Louis De Bernières, Hédi Kaddour ... In eigen taalgebied stak alleen Mark Schaevers er bovenuit, en een literaire non-fictie. 



Top-10 Fictie

Beste minder recente romans 

Beste non-fictie

Saturday, January 9, 2016

Hédi Kaddour - Les Prépondérants (Gallimard, 2015) **


Hoewel 'Les Prépondérants' de Grand prix du Roman de l'Académie française 2015" kreeg, heb ik het lezen halverwege het boek stopgezet. In de jaren '20 van de vorige eeuw daalt een Amerikaanse filmploeg neer in Nahbès, een niet nader beschreven plek ergens in Tunesië, een gebeurtenis die niet alleen de autochtone bevolking in verschillende kampen drijft, maar ook met argwaan wordt bekeken door de Franse bezetter ten tijde van het 'protectoraat', bij wie de 'colons' beducht zijn voor de Amerikaanse visie op rassengelijkheid en democratie, die de sociale orde dreigen te verstoren. Op zich is dit een prima uitgangspunt voor zowel een krachtig verhaal als een maatschappijkritisch document, maar het boeit me niet. De karakters zijn half uitgewerkt, of teveel karakters komen aan bod, die onderling wel verschillen maar allen op dezelfde golflengte zitten qua manier van denken, en alle Amerikanen spreken Frans, en zo ook de Oostenrijkse die de Tunesische hoofdfiguur op de boot ontmoet, en het zijn allen kenners van de Franse literatuur waar ze vrijelijk uit kunnen citeren ... 


Dan hoop je dat er dan toch een stijl wordt gebruikt die boeit of anders is, maar ook dat krijgen we niet, wel een redelijk directe stijl, lineair en verhalend, schetsmatig vaak. Of heb ik iets echt fundamenteels over het hoofd gezien? Ik weet het niet. Mijn tijd is te kostbaar om het uit te vissen. 

Richard Flanagan - The Narrow Road to the Deep North (Vintage, 2015) ****


Dit is zonder twijfel een van de betere romans van het jaar. Van Richard Flanagan, auteur uit Tasmanië had ik al "Gould's Book of Fish" en "Death Of A River Guide" gelezen, waarvan vooral de eerste de moeite waard is.

In 'The Narrow Road To The Deep North' beschrijft hij het leven van Dorrigo Evans, een jongeling uit Tasmanië die uit het arme land wegtrekt om geneeskunde te studeren in Australië, en daar zijn leven kan voortzetten door boven zijn stand te huwen. Maar dan leert hij de jonge vrouw van zijn oom kennen, met wie hij een passionele liefdesverhouding begint. De tweede wereldoorlog bereikt nu ook het verre zuiden van onze planeet, en Dorrigo gaat als arts naar het leger, waar hij al snel terechtkomt in een krijgsgevangenkamp in Burma, voor de bouw van de Japanse spoorweg die noord met zuid moet verbinden, dwars door de jungle.

Nu, op het moment van het schrijven, is hij een oude man, een man met vele vrouwen, die terugkijkt op zijn jeugdliefde en de horror van de oorlogsjaren, en meewarig doet over de eer die hem te beurt valt als oorlogsheld. Eer is een belangrijk thema in het boek, en ook de conflicterende visies erop tussen de Japanners en de Australische gevangenen. Voor de Japanners zijn de krijgsgevangenen 'eerlozen' die zich liever gevangen lieten nemen dan te sterven voor hun vaderland. Door nu te werken voor de keizer tot ze er dood bij neervallen wordt hun de kans gegund hun eer te herwinnen, zelfs al moeten ze er als honden voor werken en leven. Het is ook een verhaal over liefde, over authenticiteit van gevoelens en van gemiste kansen. Het is beenhard en tegelijk mooi en zacht. En niet alleen vanuit Dorrigo's oogpunt. Flannagan geeft ook het perspectief van de Japanners, in de figuur van Nakamura, een majoor uit het kamp, en een fan van haiku's (waaruit de titel van het boek komt) en wiens verhaal ook na de oorlog wordt voortgezet.

Flanagan schrijft vlot en de structuur van het boek zit schitterend in elkaar. Het is vlot leesbaar hoewel de wreedheid van de gebeurtenissen in het krijgsgevangenkamp geen prettige lektuur is.

Een aanrader!


Jim Crace - Quarantine (Picador, 1997) ****


Wanneer Jezus veertig dagen gaat vasten in de woestijn, is hij niet alleen, ook een aantal anderen hebben hun toevlucht gezocht of gevonden op deze onherbergzame plek. Een handelaar en zijn vrouw, een Griekse jongeling, een onvruchtbare vrouw, een zonderlinge gek en een man die lijdt aan kanker. In deze kleine omgeving doet ieder wat hij doet : de handelaar licht de anderen op, de vrouwen zoeken troost bij elkaar, Jezus verricht een wonder, en ze leven allen tussen hoop, wantrouwen en ontreddering.

In zijn typische, bijna naïeve maar poëtisch dromerige vertelstijl, maakt Crace een klein meesterwerkje van dit gegeven.

Ekkehard Jost - Free Jazz (Da Capo, 1994)


Interessant boekje uit de jaren zeventig dat de belangrijkste muzikanten van de free jazz belicht vanuit een muzikaal technisch perspectief. Coltrane, Coleman, Ayler, Don Cherry en AACM passeren de revue. Jost kiest van elke muzikant de meest markante composities en dissecteert die dan op structuur, ontwikkeling, timbre en interactie tussen de verschillende muzikanten. Dit is het enige boek dat ik ken dat Free Jazz op een dergelijke manier belicht. Het sociale, contextuele en emotionele komen net iets te weinig aan bod om dit tot een standaardwerk te maken, maar het blijft een aanrader voor free jazz liefhebbers.

Massimo Magee - Counter Culture (Array, 2014) ***


Dit debuut werd me toegestuurd door de Australische experimentele muzikant Massimo Magee, en het is best het lezen waard. De titel zelf verraadt al wat het thema is van de roman : een groep jongeren richt een commune op ver buiten de stad, maar wordt door de veiligheidsdiensten als een groep terroristen behandeld. Of anders gezegd, wie de samenleving wil redden met waarden als duurzaamheid, eerlijkheid, solidariteit en integriteit, en die ook in de praktijk wil omzetten, wordt door 'het systeem' meteen gecatalogeerd als subversief en gevaarlijk. Dit lijkt allemaal zeer boodschapperig, maar gelukkig ontwijkt Magee alle valkuilen van een te eendimensioneel manifesto, door de personages menselijk te maken, namelijk met fouten, gebreken en veel vragen. Het boek zelf is niet lineair geschreven, maar mooi opgebouwd uit verhalende gedeelten, transcripts van FBI interviews, dagboekuittreksels en artikels uit media die de dramatische toestand van de wereld weergeven : uit op winstbejag, corrupt, ontransparant, meedogenloos, enz. Dit is slechts deel één van de trilogie. Het geheel baadt in een mysterieuze, thriller-achtige sfeer. Ik kijk uit naar de volgende twee delen.


Peter Buwalda - Bonita Avenue (De Bezige Bij, 2012) ***


Onderhoudend en boeiend verhaal over een wiskundeprof wiens wereld in elkaar stort. Het verhaal spelt zich af tegen de achtergrond van de ramp in Enschede waarbij een vuurwerkfabriek de lucht in ging. Het verhaal en de personages zijn nogal overdreven, de stijl is rechttoe-rechtaan, zonder enige literaire ambitie. Toch zit er vaart in en zit het verhaal goed in elkaar. Peter Buwalda toont zich een meesterverteller, die ons de betere pulp voorschotelt.


Péter Nádas - A Book of Memories (Vintage, 1998) *****


Nog zo'n Hongaarse klepper : 'A Book of Memories' van Peter Nádas, een kanjer van een roman die drie verhalen doorheen weeft als een symfonie van drie levens die in elkaar overlopen, ondanks de verschillende context en de verschillende personages. Het eerste verhaal is dat van een Hongaars schrijver die in de jaren zeventig in Oost-Berlijn een relatie heeft met een Duitse dichter en een eigenzinnige actrice. Hij schrijft het verhaal van een jonge schrijver rond de eeuwwisseling, een verhaal dat emotioneel sterke banden vertoond met zijn eigen leven, en tot slot beschrijft een van zijn vrienden zijn visie over wat er met het hoofdpersonage plaatsvond.

Wat het boek uitzonderlijk maakt, is Nádas' obsessieve beschrijving van emoties, met fileermes en microscoop worden alle gebeurtenissen langs alle kanten onderzocht op het vlak van intentie, angst, verlangen, relaties tot op het niveau van de absolute openhartigheid en absolute twijfel of het wel allemaal zo is verlopen of niet. Het boek is één lange schreeuw om begrip, om duidelijkheid in een wereld van conflicterende gevoelens binnen het individu, tussen gevoelens en het eigen geweten, van conflicten tussen gevoelens en de regels van de samenleving, tussen gevoelens van mensen onderling, en dat alles botst en wringt en dringt zich dieper in elkaar in een onontwarbaar kluwen dat de mens is.  Dat het verhaal zich afspeelt in een door communisme gedomineerde wereld, met de Hongaarse opstand tegen de Sovjets in 1956 als één van de belangrijke historische ankerpunten is een belangrijk gegeven, maar is niet echt essentieel in deze roman die eerder om de existentiële worsteling gaat van het mens zijn.

Een moeilijk boek, dat traag leest, maar dat met kop en schouders boven de middelmaat uitsteekt van wat we in onze boekenwinkels zien liggen.


Vladimir Nabokov - Terra Incognita (Penguin, 1965) ***


Een ander kleinood uit deze reeks miniboekjes van Penguin : drie kortverhalen van Nabokov, inventief en geschreven met het plezier van het schrijven zelf, het spel van de fantasie verwoven met het lot van de menselijke emoties. Zestig bladzijden leesplezier.

E. O. Wilson - The Meaning Of Human Existence (Liveright, 2014) ***


Na zijn meer uitvoerige "The Social Conquest Of Earth", kan ik dit boekje van E.O. Wilson ook aanraden : het is luchtiger, minder wetenschappelijk, eerder een aantal bedenkingen en mijmeringen over de mens in deze wereld als sociaal dier, waar de mens als een dysfunctioneel wezen zijn eigen habitat dreigt te vernietigen, en zichzelf in hetzelfde proces. Hij heeft ook bedenkingen bij het wetenschappelijk bedrijf op zich, waar dogma's soms ook innoverend wetenschappelijke bevindingen tegenhouden, en hij richt zijn pijlen vooral op wie in het zicht van de feiten, weigert die te aanvaarden, uiteraard te beginnen met alle gelovigen van welke godsdienst dan ook.

Het lezen waard.

Karl Ove Knausgaard - A Time To Every Purpose Under Heaven (Portobello, 2009) ****


Een van de vroegere werken van Karl Ove Knausgaard, en een sterke aanrader, hoewel het een vreemd en onevenwichtig boek is. Onevenwichtig omdat het raamverhaal, dat van een Italiaanse jongen die in de 16e Eeuw engelen ziet, en er zijn verdere leven obsessief over leest en schrijft, slechts een klein deel van de tekst in beslag neemt. Die wordt ingenomen door de twee Bijbelse verhalen van Caïn en Abel en de Ark van Noach, op zich zeer origineel, prachtig uitgewerkt en tot leven gebracht, mooier dan de oorspronkelijke verhalen die natuurlijk primitief en zeer kort zijn, maar hier over honderden bladzijden worden verteld, met uitdieping van de psychologie en de familierelaties, de pijn van Caïn, de machteloosheid van de familie en de dorpsgenoten van Noach die worden achtergelaten in het wassende water, en af en toe komen de engelen in beeld, die vreemde wezens die door de bijbel zelf amper worden beschreven, die alle vormen kunnen aannemen, die zowel leven als dood inhouden, die geen mens zijn en geen god zijn, die liefdevol en wreed zijn. Een bizar boek, maar geschreven met het talent van Knausgaard is dit toch een sterke aanrader.

Ian McEwan - The Children Act (Vintage, 2014) ***


Een vrouwelijke rechter moet een oordeel vellen in een zaak van een religieus gezin dat weigert om hun minderjarig kind te laten behandelen voor zijn ziekte. McEwan maakt er voor de rechter een persoonlijke ethische queeste van, want ook zij wordt geconfronteerd met keuzes in haar huwelijk nu haar man vreemd gaat met een veel jongere vrouw. Hij legt het conflict tussen haar twijfels en overtuigingen op zijn eigen mooie manier bloot, menselijk, herkenbaar en alles eindigend met een groot vraagteken.

Een typische McEwan, maar zeker niet bij zijn beste boeken.

László Krasznahorkai - Seiobo There Below (Tuskar Rock Press, 2015) *****


Wat heb ik genoten van dit boek! Het brengt ons zeventien verhalen die elk de passie weergeven van een individu voor één of andere kunstvorm. Of dat nu een Japanse kunstenaar is die een oud boeddhabeeld minutieus restaureert of de suppoost die de Venus van Milo in het Louvre al zijn hele leven in het oog houdt, Krasznahorkai benadert zijn onderwerp met een literaire bevlogenheid die zijn gelijke niet kent. In zinnen van bladzijden lang graaft hij dieper en dieper in zijn onderwerp en laat geen gevoel ongeroerd om de uniciteit van de relatie tussen mens en kunstwerk weer te geven, en door deze bijna buitensporige poging brengt hij ook de onmogelijkheid naar voor om deze bijna mystieke relatie in woorden te vatten.

Een ode aan de taal en aan de kunst in het algemeen. Geen gemakkelijke lektuur, maar een absoluut genot voor wie houdt van literaire kunstzinnigheid.

Fritjof Capra - Learning From Leonardo (Berrett-Koehler, 2013) ***


Interessant overzicht van de spanwijdte van Leonardo da Vinci : hydraulica, plantkunde, architectuur, anatomie, geologie, wapentuig en andere vliegende contrapties. Hij deed het allemaal, en vele van zijn ontdekkingen of hypothesen werden pas in de 20ste eeuw echt getoetst en begrepen. Capra gebruikt de oorsrpronkelijke nota's van Da Vinci, inclusief de vele prachtige tekeningen van de meester zelf.